96. 15-05-05
Tijdschrift
Jaarlijkse contactdag 2005 Eikevlietvrienden
Het is alsof nieuwjaar nog maar pas voorbij is, en we naderen reeds met rasse schreden de zomer. Het is zoals men soms vaak hoort zeggen : “ Een jaar is niets meer “ of wil dit misschien zeggen dat we rap ouder worden?
In ieder geval, het zal snel september zijn en dat wil zeggen: de tijd voor onze jaarlijkse ontmoeting in Eikevliet tijdens de contactdag.
Zoals reeds eerder aangekondigd in ons vorig blaadje zal deze doorgaan op zondag 18 september 2005 in Zaal De Balans in Eikevliet, met samenkomst kort na de middag. Het programma ligt nog niet in detail vast maar uw bestuur werkt er hard aan om er weer een fijne dag van te maken met voor ieder wat aangenaams. We zullen in ieder geval in de namiddag zeker en vast terug een wandeling maken in de omgeving van ons geboortedorp en aldus weer heel wat herinneringen kunnen ophalen uit onze jeugd aldaar. Nadien hebben we traditioneel het gezellig samenzijn rond een heerlijke koffietafel.
Het volgend blaadje ( nr 3 van 2005 ) zullen we uitgebreid terugkomen op het programma voor onze contactdag. Dit blaadje mag je verwachten rond medio augustus.Tevens zal dan gevraagd worden om samen met de eventuele inschrijving voor onze contactdag, het lidgeld voor 2005 te willen voldoen.
Dus onthoud reeds de datum en probeer om zo massaal mogelijk aanwezig te zijn, dan is het ook plezant voor iedereen. En indien je nog oude schoolmakkers of vrienden uit Eikevliet zou ontmoeten de komende periode, maak ze dan ook warm voor onze contactdag en voor het lidmaatschap van onze vereniging.
Tot 18 september!
________________________________
JDC
10
mei 1940.
Zoals we allen weten vielen de Duitse troepen
die dag ons land binnen en ieder
spreekt over die Duitse inval op die mooie meidag. Onlangs was het gespreksthema
vooral de ontscheping in Normandië en de bevrijding van onze gewesten en vooral
over de V-dag(en).
Dat al onze jonge mannen reeds een hele tijd
voor de inval gemobiliseerd waren en hun vrouw en kinderen hadden achter
gelaten, daar wordt minder over gesproken. Vooral jonge moeders bleven alleen
achter en moesten maar hun plan trekken. Mijn vader was bakker en lag
ingekwartierd te s’Gravenwezel bij het Albertkanaal terwijl mijn moeder haar
plan maar moest trekken in de bakkerij.
Ook Albert Smets uit Klein-Willebroek was ons
land gaan verdedigen. Zijn eenheid werd regelmatig verplaatst. In Temse heeft
hij gelegen en voor de rest wist niemand waar hij verbleef.
Uitgerekend op die 10de mei moest mevrouw
Smets bevallen van haar eerste
kind. In hun buurt woonde een marktkramer die juist klaar stond om naar de markt
te vertrekken. Hij bracht haar eerst naar het moederhuis te Willebroek.
Maria was nog maar pas binnen of het oorlogsgeweld brak uit boven
Willebroek en omstreken. De Duitsers hadden het vooral gemunt op een Engels
vrachtschip dat in Kapellen-op-den-Bos lag. Ze hoorden het geratel van
machinegeweren en het inslaan van bommen. De zuster(nonnen) baden angstig tot de
Heer om toch het moederhuis en die jonge moeders te sparen. In die nacht van
tien mei werd Hendrik Smets geboren. Niettegenstaande het feit dat er een beetje
verder gebombardeerd werd is alles vrij normaal verlopen. Die nacht waren er
drie bevallingen. In plaats van feestelijke en gelukkige dagen te beleven, lagen
de jonge moeders zenuwachtig te
wachten op nieuws. In plaats van hun man
overgelukkig te omhelzen zagen ze spookbeelden van lijkkisten en oorlogsgeweld.
Angstig wachtte Maria het bezoek af doch
telkens was er slecht nieuws. Ons moedig Belgisch leger bleek niet opgewassen
tegen de Duitse overmacht. Het enige dat Maria in die dagen over haar man
vernomen heeft was het feit dat hij in de omgeving van Sluis was gesignaleerd.
Toen kleine Hendrik zes dagen oud was kwam het slechtste nieuws. De schoonmoeder, waar Maria bij inwoonde, was door de overheid verwittigd dat men de bruggen te Klein-Willebroek ging laten springen. Zowel de brug over de Rupel als het brugje naast het sas. Zij hadden besloten om te gaan vluchten. Ik was met geen stokken te houden, zei Maria, ik heb alles ingepakt en ben mee naar huis gegaan.
Klein-Willebroek was al half verlaten. Omdat in 14-18 Frankrijk niet bezet was geweest trokken verschillende gezinnen daar naartoe.
De schoonouders van Maria, haar
schoonbroer en diens echtgenote hebben vlug het allernoodzakelijkste ingepakt en
zo veel mogelijk op hun 2 fietsen geladen. Als muilezels geladen zijn ze
vertrokken.
Haastig stapten ze de berg op naar de brug
over de vaart en gingen richting Ruisbroek. Maria,
die nog maar 6 dagen geleden bevallen was, zag het niet meer zitten. Zij klom op
de over beladen fiets van haar schoonbroer en Bertha, haar schoonzus mocht de
jonge baby in haar armen dragen. Het leek een
eindeloze weg door die lange dreef naar Ruisbroek, door Ruisbroek dorp zelf en
dan nog een dreef tot aan het kruispunt waar nu het monument van de ijzergieter
staat. Af en toe werd alles zwart voor de ogen van Maria en ging ze tegen haar
schoonbroer leunen. In die tijd waren op dat kruispunt nog enkele café’s en
er werd besloten om daar even op adem te komen.
Toen ze pas vertrokken waren na die rustpauze
zagen ze een eerste teken van de oorlog. Recht over het kapelletje lagen twee
dode paarden met hun poten omhoog in de gracht. Ik zie dat beeld nog zo voor
mijn ogen, zei Maria, twee boerenpaarden die daar zo maar dood in de gracht
lagen en niemand die er zich om bekommerde.
Uitgeput kwamen ze op de Kleine Amer toe bij
Jules Den Bibberen (Troch), dat was een bekend schipper. Hij woonde in de straat
recht over de beenhouwer. Zijn
steenschuit lag in de Vliet aan de loskade van de weduwe Marnef. Jules was een
goede bekende van Maria haar schoonouders, gulle en gastvrije mensen. Maria was
doodop van die lange reis en mocht direct gaan rusten in een bed.
De oprukkende Duitse legers waren het
voornaamste gespreksonderwerp. Uit de gesprekken met de buren bleek dat ze van
de klaveren naar de biezen waren gelopen. Een eindje over de Vliet lag het
vliegplein van Wintam. Het stond daar vol afweergeschut en zou zeker worden
aangevallen, zei men. Een panische schrik
sloeg hen om het hart en schoonvader werd na enkele dagen naar Klein-Willebroek
gestuurd om daar naar de verwoestingen te gaan kijken, zij woonden immers vlak
bij het kleine bruggetje.
De twee bruggen waren gedinamiteerd maar de
schade aan de huizen viel nog best mee. Bij hen waren een groot deel van de
pannen van het dak gevlogen maar aan de muren was weinig schade. Dat kon vlug
hersteld worden, dus keerden ze
terug naar Klein-Willebroek.
Tegen de Vliet woonde de weduwe Marnef, door
iedereen gekend. Het waren welgestelde handelaars met een zoutkeet, een
kolenhandel en een loskade langsheen de Vliet. Die hulpvaardige mensen hebben
hun oude kindervoiture met beddengoed en al van de zolder gehaald en daarin
mocht kleine Rik de reis naar huis doen. Aangezien de brug vernield was door het
Belgisch leger moesten ze over die heel smalle sluisdeuren. Eerst deden ze de
twee fietsen naar de overkant, maar die kindervoiture kregen ze onmogelijk
tussen de smalle reling. Twee Duitse soldaten kwamen ter hulp en droegen de
kinderwagen met het kind er in boven
hun hoofd naar de overkant. Zij hebben ons goed geholpen en niets misdaan, zei
Maria.
Na enkele tijd hebben we de voiture terug
gedaan. Bonpa bond ze met een koord achter de fiets en trok ze zo mee, Maria
reed er achter om alles goed in ’t oog te houden. De kinderwagen is
zonder ongelukken op de Kleine Amer toe gekomen
Omdat Rik zijn eerste dagen niet ver van het
vliegplein heeft doorgebracht wou hij zijn verdere leven ook in die omgeving
doorbrengen. Hij huwde Josée van Milleke Van Dam en woont al vele jaren in het
vroegere schoolhuis van Eikevliet en voelt zich hier goed thuis.
-----------------------------
J.M.
Herinneringen.
In de streekkrant las ik volgend
overlijdensbericht:
PHILEMOND
VERBRUGGEN
Echtgenoot van mevrouw Octavie Verschaeren
Geboren
te Puurs op 3 augustus 1921
Overleden
in St.-Jozef kliniek te Bornem op
23
april 2005.
Een gedachte flitste door mijn hoofd: KAATSEN.
Zoals alle kinderen van de Kleine Amer
ben
ik opgegroeid met zwemmen en kaatsen.
Om de jeugd nu wat meer in beweging te
krijgen is er nu zelfs een minister van sport. Wij hadden die niet nodig want er
was niets anders in de jaren kort na de oorlog. Elke morgen door weer en wind te
voet naar de gemeentelijke jongensschool te Kalfort, vlak bij de bareel. Nu is
daar de firma Szapinsky gevestigd. Elke middag naar huis gaan middagmalen en dan
terug naar school. De luxe om in school te blijven eten is van een veel latere
datum. Vanaf de eerste warme dagen werd er om 4 uur naar huis gelopen, want wie
eerst op het kaatsplein was had het recht om daar te spelen. Wie niet bij de
eerste tien was moest wat verder zelf een terrein tekenen en dat gaf toch een
ander gevoel. Je mag gerust stellen dat we die dag al ruim
Als het wat warmer begon te worden liepen we
nog veel sneller naar huis. Dan was het nog
om ter eerst om te zwemmen in
het water van de Kalfortse beek. Toen bestond het woord waterverontreiniging nog
niet. In elk beekje kon je toen gaan vissen. Het Loopke was in Eikevliet de
plaats waar de kinderen stekerbakjes
en pompeloerkens gingen vangen. Maar er zat even goed paling tot in de grachten
van de Meir. Zo was het ook op de Kleine Amer. Als in de zomer de grachten bijna
droog stonden werden er twee dammen
in gezet en schepte men met emmers het water er tussen uit. De spartelende
palingen werden gewoon op geraapt.
Aan de houtzagerij Peleman zwommen wij op twee
plaatsen. Voor de aanleg van de N16 was het daar nog puur natuur. Het brede en
diepe wachtbekken vlak naast de nieuwe brug was voor de goede zwemmers want men
kon er nergens met de voeten de bodem raken zonder kopje onder te gaan. Een
beetje verder in de beek was de zwemplaats voor de beginnelingen. In de weiden
langs beide oevers kwamen op zonnige dagen hele familie’s picknicken terwijl
de kinderen in het ondiepe water hun eerste zwemoefeningen deden.
Het kaatsen bleef wel onze voornaamste
zomersport. Bij de volwassenen waren de echte sportmannen in de winter
voetballer en in de zomer kaatser. Zo herinner ik mij de legendarische keeper
van Puurs, Van Barel, die even beroemd was als kaatser. Van een kaatsverbond was
nog geen sprake, elke straat had zijn eigen clubje. De kinderen maakten op
school afspraken om tegen een andere straatploeg te spelen. Zo herinner ik mij
nog flarden van een partij Kleine Amer tegen Eikevliet. Een feit weet ik nog
zeker: Karel Claessens kon toen al ferm op de bal meppen en we zijn roemloos
verloren.
Voor de volwassenen werden er door cafébazen
kaatswedstrijden georganiseerd. Elke ploeg die zich liet inschrijven mocht er
aan meedoen.
Rond het jaar 1950 was ik met de ploeg van de
Kleine Amer mee gekomen naar Eikevliet. Er waren
zeer veel ploegen ingeschreven en ik zag hoe de ploeg van mijn vader vrij
gemakkelijk hun schiftingswedstrijden won, zelfs de halve finale was geen
probleem. Maar dan kwam de finale: Eikse Amer tegen Kleine Amer. Twee ploegen
met spelers van zeer zwaar kaliber. In elke ploeg waren keerders
die de bal tot in de Slijkhoek konden terug slaan en leveraars die
regelmatig los over het spel konden uitslaan. Mijn vader stond grote keer en nog
voor het spel begonnen was ging ik al naar de beker kijken die ik straks zeker
en vast zou mogen vast houden. In mijn ogen kon onze ploeg niet verliezen, want
mijn vader stond grote keer en die zou er nog al patatten op geven. Van het spel
zelf herinner ik mij niet zo veel meer maar wel enkele randgebeurtenissen. Bij
de ploeg van de Eikse Amer speelde ook Philemond Verbruggen zaliger. Ik kende
hem niet, maar bij elk spel daalde hij in mijn achting om twee redenen. Ten
eerste kon hij veel te goed kaatsen en dreigde zo mijn droom stuk te slaan. Ten
tweede discuteerde hij te veel en probeerde altijd een halve meter te pikken als
er een kaats moest gelegd worden. Maar als de jury gesproken had was hij de man
van de fair play. Zonder maar één woord tegen te stribbelen werd de beslissing
aanvaard.Tot enkele jaren geleden zag ik Philemond wel eens met Kalfort kermis.
Hij woonde al een hele tijd te Willebroek. Steevast dronken we dan nog een pint
samen en hadden we het ook over die beroemde match. Ik heb hem dan ook verteld
dat ik jaren kwaad op hem was omdat hij altijd probeerde te pikken en zo
geweldig kon discuteren. Ik zie hem nog altijd glimlachen en weet nog de woorden
die hij sprak: “ Awel meester, dat hoort erbij zoals bedrog doen bij het
kaarten, wie niet probeert kan niet winnen,
maar als de jury beslist heeft is het gedaan.” Philemond kon heel
aangenaam vertellen. In die match heb ik mij eens echt kwaad gemaakt zei hij.
“Ik stond in den bak en zei tegen degene die moest leveren dat hij de bal naar
de tweede roeëman (die had zwart haar) moest steken. Dat mislukte en de bal
kwam bij de kleine keer (derde man) die hem tot over het terrein terug keerde.
Met een ferme vloek zei ik, dieë nie, naar die zwarte. Tot overmaat van ramp
begreep hij het verkeerd en leverde wat verder tot bij uw vader (ook zwartharig
in die tijd) die hem tot in de Slijkhoek keerde.”
Het spel ging gelijk op en het kwam tot 6-6.
Het begon al stilaan donker te worden en dit was het laatste spel. Ik zag onze
ploeg al gewonnen want nu moest Louis Meeus leveren. Hij was de beste leveraar,
dus was het broodje gebakken. De Louis heeft in dat laatste spel zeker en vast
los over het spel geleverd maar die van de Eikse Amer gaven zich niet gewonnen
en het kwam 6-6 en 40 gelijk. De kaats lag in de omgeving van de grote keer en
de Eikse Amer moest leveren. Ideaal voor de Kleine Amer. Rie Verbruggen moest
leveren, hij heeft het mij zelf verteld. Tegen enkele supporters zei de Rie: “
Als ik hem goed heb is hij er over.” Dan krijgt ge een bak bier zei Peer Nova.
’t Is bijna donker, loop wat verder uit werd er gefluisterd, dat ziet toch
niemand. Rie zegt dat hij het niet gedaan heeft, en … Peer Nova was toch zijn
bak bier kwijt.
Philemond is bij mij in het onderste schuifje
blijven liggen tot ik hem beter leerde kennen toen wij beiden in het feestcomité
waren. Hij had verstand om iets te organiseren tot in de kleinste details. Op
een rustige toon kon hij onderhandelen om tot een overeenkomst te komen en dan
kon je er zeker van zijn dat alles op zijn punt stond. Het heeft niet lang
geduurd of Philemond lag in de bovenste schuif. Als ik aan de carnaval- en
jubileumstoeten of het spelprogramma in de zaal “Amer tegen Eik” denk, mag
ik Philemond zeker niet vergeten als voortrekker van de Amer.
De tijden zijn veranderd en zo’n sociale
gebeurtenissen op plaatselijk niveau worden niet meer georganiseerd. Met een
beetje heimwee denk ik er aan terug.
---------------------------J.M.
150 jaar fanfare St.-cecilia Eikevliet.
(deel 6)
1.
Emanuel
Stas: (1853-1871)
Was stichtend voorzitter en van beroep zeepzieder, was ook schepen en
voorzitter van de kerkfabriek. Deze man heeft zorgzaam de ontluikende stappen
van St.-Cecilia geleid; op eigen verzoek en om gezondheidsredenen, vroeg hij om
vervangen te worden. Een soort vete ontstond tussen de heer Stas en de
Maatschappij. De dorpspolitiek uit die dagen stond af en toe scherp tegenover
elkaar en Stas was gekend als puriteins - katholiek.
Met voltalligheid van stemmen werd hij in 1871 opgevolgd door:
2.
Henri
Van Hoomissen: (1871-1887)
Voortdurende waakzaamheid en actieve bescherming van de belangen van de fanfare kenmerken zijn voorzitterschap. Het was dan ook niet verwonderlijk dat de fanfare na zijn dood het voorzitterschap doorgaf aan Henri’s zoon:
3.
Desire
Van Hoomissen: (1887-1932)
In 1887 volgde hij zijn vader op. Hij was een onvergetelijke figuur en
wordt daarom ook “vader van de maatschappij” genoemd. U kent hem allen
wellicht van het portret aan de hand van kunstschilder Frits Van Luppen dat hier
in zaal de Balans hangt, het epicentrum van het Eikse cultuurleven. Hij was
werkelijk een reuze-muzikant en tevens een onvervangbaar toneelspeler. Hij was
ook een tijd lang dirigent van de fanfare en zijn gezag was enorm. Hij was de
grote man die overal respect afdwong en was gehuwd met de zuster van de
kunstschilder Louis Bullerkotten, de onvergetelijke decorschilder van de
toneelvereniging. Bullerkotten was jaren schatbewaarder van de fanfare en was
gehuwd met de zuster van Désiré Van Hoomissen. En dan komt het tragisch jaar
voor de fanfare, 1932! De dood van de grote leider, Désiré Van Hoomissen…
Zijn naam alleen te horen vertolkt de blijvende hulde aan al onze
verworven prestaties. In de rij der eminente persoonlijkheden van ons dorp zal
hij, naast historicus Leopold Mees de onuitwisbare heraut blijven van Schoonheid
en Recht. Hij werd opgevolgd door:
4.
Francois
Geniets (1932)
Niettegenstaande hij al op gevorderde leeftijd was, stemde hij er in
5.
Karel
Moroy (1932-1938)
Karel Moroy die bij ons nog bekend is als brouwer en oliehandelaar, was
gehuwd met Martha De Cock, een dochter van de zuster van Désiré Van Hoomissen.
Hij leerde de muzikanten reizen, bewerkte de levenslust en hij zette zich voor
100% in. Zeer verdienstelijk heeft hij geijverd om aan de maatschappij een
jonge, dynamische opvolger te schenken, waarin hij tot ieders voldoening lukte.
6.
Gabriel
Geniets (1938-1978)
Met hart en ziel nam hij de teugels van het leiderschap in handen; hij
verscheen regelmatig op de repetities en bracht op passende ogenblikken een
aanmoedigend woord en hij was telkens tegenwoordig waar de maatschappij optrad.
Onder zijn voorzitterschap bereikte de fanfare een bloei die tot op
heden bewondering afdwingt.
In 1978 overleed onze geliefde voorzitter, Gabriël Geniets, die zoveel
vreugde heeft mogen beleven aan de talrijke successen. Ook deze
7.
André
Geniets: (1978-2001)
Deze volgt zijn vader op als zevende in de rij van voorzitters van de
fanfare en als derde uit de familie Geniets. Een drukke en goedgevulde dagtaak
als meester in de rechten weerhoudt hem dikwijls om aanwezig te zijn op
herhalingen en bijeenkomsten. Niettegenstaande dat probeert hij zo goed hij kan
in de sporen te treden van wijlen zijn vader Gabriël. André heeft spijtig
genoeg de taak van voorzitter alleen maar gedurende 23 jaar kunnen uitoefenen.
Wij weten dat hij het inderdaad goed met ons meende en de ambitie had om ons nog
zeer lang te steunen. Aan zijn voorzitterschap kwam door een spijtig ongeval
vroegtijdig een einde.
8.
Jozef De Clercq (2001-)
Hij is de zoon van de huidige ere-secretaris Staf De Clercq. Van
kindsbeen af ook muzikant en niettegenstaande een goed geladen beroeps- en
politiek leven, is hij zeer druk bezig zijn strepen binnen de fanfare te
verdienen.
Zoals elke grote vereniging waardig, kende de
fanfare ook zijn erevoorzitters.
Hertog
d’Ursel was de eerste erevoorzitter en in 1860 schenkt hij aan de fanfare de
eerste vlag, “de standaard”, waarop het wapen van de familie d’Ursel
staat. De maatschappij was fier op den “Drapeau”.
Daarna volgde er nog 2 generaties:
·
Hertog Joseph d’Ursel van
1871 tot 1903
·
Hertog Robert d’Ursel van
1903 tot 1953
Zij werden opgevolgd door Hector Verstraeten
en Leon
Rochtus.
Leon wordt op zijn beurt opgevolgd door Guido Peleman die benoemd werd op 26 december 1989.
·
Erebestuursleden
We
hebben ook nog 2 erebestuursleden benoemd in 1987. En dan willen we het vooral
hebben over iemand die nooit officieel dirigent is geweest maar steeds op de
bres heeft gesprongen indien dat nodig was: Joris Demont.
Joris
Demont, beter gekend als de Jos van de Spar, is de
tolk van de Eikevlietse geschiedenis.
Hij was jarenlang een zeer goed toneelspeler en
misschien wel de verdienstelijkste muzikant
van de
fanfare. Belangeloos, en dit dient wel onderstreept, dirigeerde hij de fanfare
en leerde hij kleine muzikantjes op tot volwaardige musiciens. Jos heeft steeds
twee instrumenten bespeeld: bugel en hoorn.Hij werd
gevierd als 60-jaar actief lid van de fanfare. 15 februari 1981 was voor Jos
Demont en voor de fanfare een grote
dag. Er werd een huldeconcert gebracht aan Jos. Het was een echte, warme volkshulde in
feestzaal “De Balans”.
Een muzikale hulde aan een man die zestig jaar lang het beste van
zichzelf heeft gegeven om alzo het Eikevlietse muziekleven naar een hogere
waarde te tillen.
Ter gelegenheid van dit huldeconcert liep de
feestzaal
nokvol met plaatselijke muziekfans die allen het
werk van Jos Demont gedurende de voorbije 60 jaren naar waarde wisten te
schatten.
Het zwaartepunt van dit huldeconcert lag
natuurlijk tijdens het tweede gedeelte met de eigenlijke viering van diamanten
muzikant Jos. Ik zal enkele flitsen aanhalen uit de gehouden speeches:
‘… Het is onder zijn kundige leiding dat de
plaatselijke jeugd muzikaal open bloeide. Ondanks de harde leerschool die de
Eikevlietse jeugd bij Joris Demont te verwerken kreeg, was het de meester zelf
die als eerste staker van de fanfare geboekt staat. Inderdaad, in 1911 legde hij
en zijn jonge vrienden het muziekinstrument erbij neer om te protesteren tegen
het feit dat ze niet mochten deelnemen aan het jaarlijks teerfeest.
Joris Demont leeft voor Eikevliet: tijdens zijn
vrije uren schrijft hij artikels over de vroegere tijd toen Eikevliet nog mocht
bogen op een “grote zwier”.
Jos is een mijlpaal in de historiek van Eikevliet. …’
Gaspard
Demont
Deze man mocht enkele dagen geleden zijn 90ste
verjaardag vieren en in 1980 zijn 60 jaar muzikant.
Zo te zien zette hij papfles en instrument bijna
gelijktijdig aan de lippen.Gaspard was in de omgeving gekend als één van de
beste bugel solo’s. Hij leefde voor de muziek en bezat de kunst om met zijn
instrument heerlijke klanken te produceren.
De tandarts plaatste ook bij hem veel te vroeg
een sourdine.
En dan hebben we ook nog een ere secretaris:
Staf werd dit jaar nog gevierd voor zijn vijftig
jarig mandaat van secretaris. Voor 1950 was hij al lid van de fanfare en ook een
aantal jaren muzikant op sopraansax. Staf
was een uitstekend secretaris die maar liefst 8 boekdelen en 2316 bladzijden bij
elkaar schreef. Hij is nog steeds
bestuurslid.
Voorzitter :
Jozef De Clercq
Secretaris :
Jan Pepermans
Ere-secretaris :
Staf De Clercq
Penningmeester :
Jos De Proft
Adjunct-penningmeester :
Jan Van Troyen
Leden : Godelieve Van Humbeeck,
Vital Mertens, Patrick Aerts, Luc De Wachter, Willy Heye
ACTIVITEITENKALNDER
EIKEVLIET
JUNI
WOENSDAG 8
JUNI
K.A.V.
EIKEVLIET
INLANDS FRUIT
EN NOTEN
19.00
u : in het Gemeenschapshuis
DINSDAG 21
JUNI
K.B.G.
EIKEVLIET
LEDEN-SAMENKOMST
voordracht
:
‘Depressie
bij ouderen’
kaarten
en koffietafel
JULI
ZONDAG 10
JULI
KONINKLIJKE
FANFARE SINT-CECILIA
KERMISCONCERT
kiosk
parking zaal De Balans
ZATERDAG 9
JULI
KONINKLIJKE
SINT-DONATUS SCHUTTERSGILDE
WIPSCHIETING
ZATERDAG 16
JULI
ROMMELMARKT
in
de Caluwaertsstraat
tijdens
de rommelmarkt
EETFESTIJN
ten
voordele van de
Koninklijke
Fanfare Sint-Cecilia
DONDERDAG 21
JULI
KONINKLIJKE
SINT-DONATUS SCHUTTERSGILDE
WIPSCHIETING
AUGUSTUS
ZATERDAG 7
AUGUSTUS
KONINKLIJKE
SINT-DONATUS SCHUTTERSGILDE
WIPSCHIETING
Internationale
ontmoeting.
ZATERDAG 20
AUGUSTUS
KONINKLIJKE
FANFARE SINT-CECILIA
ZOMERCONCERT
kiosk
wipplein
DONDERDAG 21
JULI
KONINKLIJKE
SINT-DONATUS SCHUTTERSGILDE
WIPSCHIETING
ZATERDAG 27
AUGUSTUS
KONINKLIJKE
SINT-DONATUS SCHUTTERSGILDE
WIPSCHIETING
ZONDAG 28
AUGUSTUS
TONEELKRING
‘TAAL &
KUNST’
KONINKLIJKE
FANFARE SINT-CECILIA
deelname
aan
MARIA
– OMMEGANG KALFORT
SEPTEMBER
ZONDAG 18
SEPTEMBER
EIKEVLIETVRIENDEN
JAARLIJKSE
CONTACTDAG
in
zaal De Balans
DINSDAG 20
SEPTEMBER
K.B.G.
EIKEVLIET
LEDEN-SAMENKOMST
kaarten
en koffietafel
OVERLIJDENS.
╬
Zuster Marie Véronique
Maria VAN
CALSTER
In
Eikevliet zullen niet veel mensen wonen die zuster Maria van Calster nog gekend
hebben. Ze is geboren in Eikevliet op 2 maart 1911. Haar ouders waren Louis Van
Calster en Jos(ephine) Van Roy. Zij was de oudste van vier dochters en woonde in
de Spuistraat, in het kleine huisje vlak naast de boerderij van Langbeen.
Haar vader verdiende het dagelijks brood bij de spoorwegen.
Op
19 april 1933, toen ze 22 jaar oud was, trad ze binnen bij de zusters in
Vorselaar en werd geprofest op 2 oktober 1933. Daarna studeerde zij aan de
normaalschool voor kleuterleidster. Met
dit diploma, maar vooral met een groot hart en toewijding heeft ze jarenlang de
haar toevertrouwde taak als een apostelaat vervuld.
Ook nam zij de materiële zorg
van de kloostergemeenschap waarin zij leefde op zich, tot grote voldoening van
de medezusters. Zuster Mit, zo werd
zij met een soort koosnaam genoemd, had het vertrouwen gewonnen van de kinderen
en hun ouders door haar gulheid en blijmoedigheid.
Een constante glimlach sierde haar gelaat en schiep vertrouwen bij de
mensen. Ook toen zij op pensioen was
kon zij die vertrouwelijke relatie met de parochianen van Rijmenam tot volle
bloei brengen. In
"Ziekenzorg" nam zuster Mit haar volle verantwoordelijkheid en
verwierf de sympathie van de zieken. Ze
wachtten op haar en haar hartelijk bezoek.
Ook
in Eikendal was zuster Mit gaarne gezien.-- Eikendal is een klooster-rusthuis
voor de zusters van Vorselaar, een gemeenschap van 48 zusters in Hoogboom
(Kapellen).-- Daar heeft zuster Mit
haar laatste jaren doorgebracht in dienst en gebed, in
gezellig samenzijn met haar medezusters, tijd makend voor haar zuster die
in Willebroek woont. Het was telkens
een blij weerzien voor beide, een Gods geschenk op hun hoge leeftijd.
Zuster
Mit is onverwacht overleden op 11 mei 2005.
De plechtige lijkdienst ging door in de kapel van Eikendal op vrijdag 20
mei, gevolgd door de begrafenis op het kerkhof aldaar.
Eikevliet
en Klein-Brabant lagen nauw aan haar hart. Samen
met rector Saelmans, heeft zuster Mit menig uur gesleten in gedachten vertoevend
in hun geboortestreek. Zij was
gezellig in de omgang met mensen.
Zij
blijft in ons geheugen als een wondervolle schat.
----------------------------
Rector
Saelmans is geboren te Kalfort. Zijn thuis was de gekende stovenwinkel in het
dorp, waar nu huis Boudewijns gevestigd is. Hij was onmiddellijk bereid om deze
tekst voor ons te schrijven, waarvoor ik hem hartelijk dank.
-------------------------J.M.
V
Ongeveer 50 jaar woonde Fons in de Slijkhoek. Hoe dikwijls is hij niet gaan aankloppen bij de buren als de Vliet zich weer van haar slechtste kant liet zien en het schof moest geplaatst worden. Hij woonde er toen het er nog levendig aan toe ging, de Vliet lag vol schepen en de café’s werden druk bezocht.
Hij huwde in 1935 met Jeanne Cleemput en zij kregen één dochter, Mariette. Enkele jaren later brak de oorlog uit en werd Fons door de bezetter opgeëist om in Duitsland te gaan werken. Als goede patriot maar ook omdat hij zijn zieke vrouw moest achterlaten heeft hij in ’t geniep menig machine gesaboteerd.
Na de oorlog werkte hij te Willebroek als technieker. Zijn vrije tijd ging naar zijn tuin, zijn vogeltjes en vooral naar het verzorgen van zijn zieke vrouw. Jeanneke overleed in 1984. Die zware klap is hij heel langzaam te boven gekomen dank zij de steun van gans de familie.
Enkele jaren later ging hij bij zijn dochter
Mariette en schoonzoon Emiel wonen in de Reuzenhoek recht over de parking. Hij
stond er elke dag, iedereen groette Fons terwijl hij teken deed of de weg veilig
was. Ik heb hem daar dikwijls ontmoet, het gesprek ging altijd over de Kleine
Amer want Fons was een jaar jonger dan mijn vader en was bij de familie Maes
kind aan huis.
Toen de jaren wat zwaarder begonnen te wegen
en Fons zich wat onzekerder begon te voelen hielp zijn dochter hem de straat
over want binnen blijven kon hij niet, behalve als er bezoek was. Zijn klein- en
achterkleinkinderen waren zijn oogappels. Zeer regelmatig kwamen ze een goede
dag zeggen. Dat waren zijn gelukkigste momenten.
De laatste maanden ging zijn geheugen sterk
achteruit en verbleef Fons in het Onze Lieve Vrouw tehuis te Bornem waar hij een
graag geziene bewoner was. Ook daar kon hij rekenen op zijn familie. Niets was
te veel voor hen, Fons had soms de indruk dat hij nog thuis was.
Het sterke gestel verloor stilaan zijn kracht en om het met de woorden van Toon Hermans te zeggen: Maar op een keer ben je aan het laatste beetje toe.
-----------------------------J.M.
V
Echtgenote
van Henri De Wachter.
Geboren
te Hingene op 17 januari 1921.
Overleden
te Bornem op 30 maart 2005.
Louisa Magnus, beter bekend als Berthake van Rikske uit de Slijkhoek of madammeke tin, is ons op 84 jarige leeftijd ontvallen. Bertje stamde uit een echte Eikse schippersfamilie. Hun schepen sierden regelmatig de Vliet, zeker met het teerfeest van de fanfare. Dat waren hoogdagen, met gans de familie feesten tot in de vroege uurtjes. De fanfare betekende heel veel voor hen.
Bertje huwde met Hendrik op 21 september 1946 kort na de oorlog, een tijd van armoede en gebrek. Toch gingen ze er samen wat van maken. Vele jaren verkocht Bertje tinnen geschenkartikelen in haar winkel in de Slijkhoek. Je werd er steeds vriendelijk ontvangen en een gezellige babbel was er altijd bij. Zij was de vriendelijkheid zelve.
Het leven is niet altijd zonneschijn. Niettegenstaande zware tegenslagen die haar in het diepste van haar ziel troffen bleef ze moedig doorvechten en samen met haar familie en vrienden kwam ze er steeds bovenop.
De steun die ze voor elkaar betekenden lezen we op het bidprentje:
’t Is zo’n zware klap voor ons.
Bertje je was voor mij een
vrouw
en
moeder van goud.
Jouw kleinkinderen waren je
leven.
Altijd zo bezorgd.
Wanneer het kon was je er
altijd voor ons,
niets was jou te veel.
Dan gaf het leven nog twee
achterkleinkinderen
“Glenn en Kenny”.
Voor hen was je hun Bobonneke
uit de duizend.
We gaan je missen terwijl we
eigenlijk
je nog zo veel te vertellen hadden.
Bertje, bobon, je krijgt bij
ons een veilig plaatsje
in
ons hart.
We weten dat je in stilte
altijd bij ons zult blijven.
Bobon vaarwel en tot
weerziens.
-------------------------------- J.M.
Eikevliet openende feestelijk
de
Meimaand – Mariamaand.
In Eikevliet op de Eikse Kouter (tussen Eikevliet en
Wintam) staat een veldkapel, toegewijd aan O.L.V. van Bijstand.
Op
meiavond, op de vooravond van de Mariamaand bij uitstek, eren de Eikevlietenaren
O.L.V. van Bijstand van de Kouterkapel. Gans het jaar staat het prachtige
oude
beeld van O.L.V. onopvallend in de kapel. Maar elk jaar, sinds 1999, wordt op
meiavond het Mariabeeld in de kerk opgesteld en versierd met bloemen.
Na een Mariaviering, opgeluisterd door de Kon.
fanfare Sint-Cecilia, wordt het Mariabeeld in processie vergezeld door de
aanwezigen en onder muzikale begeleiding van de Kon. fanfare naar de kouterkapel
gedragen.
Na een korte hulde, wordt het Mariabeeld terug
in de kapel geplaatst. Tot slot wordt het lied ‘Onze Lieve Vrouw van
Vlaanderen’ gezongen, onder begeleiding van de fanfare.
Een beetje geschiedenis.
In 1833 maakte de cholera-morbus in Eikevliet
veel slachtoffers. De Eikevlietenaren beloofden dat, indien ze van deze
aanstekelijke ziekte gespaard bleven, zij een kapel zouden bouwen ter ere van de
Heilige Maagd Maria, bijstand der Christenen.
De cholera-morbus was een besmettelijke infectieziekte die in de late
middeleeuwen maar ook opnieuw in het begin van de 19° eeuw
onze streken teisterde.
Het was in eerste instantie een ziekte die vooral het vee aantastte en
onrechtstreeks een invloed had op onze gezondheid.
Deze cholera- morbus heeft nu wel andere namen: Jacob-Creutsvelt of de
dolle-koeienziekte - varkenspest- dioxine - PCB's.
Onderaan het beeld zijn de koehoorns en de slang met de appel uit het
genesis-verhaal afgebeeld. De slang staat voor het sluipend gevaar dat het vee
bedreigde.
De
restauratie.
In 1999 werd de Kouterkapel van Eikevliet
gerestaureerd.
Wie ooit langs de kapel wandelde kon vast
stellen dat het erg gesteld was met het kapelleke. Het was in verval en zakte
helemaal weg.
Iedereen dacht : de kapel is verloren.
Maar enkele inwoners van Eikevliet, Eikse Amer
en Wintam vonden dat er maar eens iets moest aan gedaan worden. Ze sloegen de
handen in elkaar.
Tien mensen begonnen aan de restauratie. Met
mirakels moeten wij voorzichtig omspringen, maar wat met de
restauratie verwezenlijkt is, dat mag een wonder genoemd worden. De
mensen van Eikevliet mogen echt fier en gelukkig zijn want de Eikse Kouterkapel
is gered.
Wij zijn deze mensen eeuwig dankbaar. En ook de
vele sponsors en het Gemeentbestuur van Bornem.
Miel
Demont
Sint-Lambertus
Eikevliet :
In september 2004 kwamen zes aspirant-vormelingen voor het eerst samen
bij catechist Swa, om zich in een reeks van 12 catecheselessen voor te bereiden
op het Heilig Vormsel. Eerst wat onwennig en terughoudend maar al vlug spontaan
meewerkend aan een aantal lessen waarbij ze iets meer te weten kwamen over
Jezus, maar waarbij ze vooral mekaar, de catechist en ook zichzelf beter leerden
kennen.
Traditioneel werd de reeks van catecheselessen afgesloten met een
bezinningsuitstap naar de abdij van Averbode. Toevallig hadden we daarvoor 1 mei
uitgekozen, de warmste dag van’t jaar. In de namiddag werd het geplande bezoek
aan Technopolis geschrapt en in de plaats daarvan beleefden ze dolle pret in de
speeltuin “De vijvers”.
Op één van de speeltuigen
werd de mooie foto genomen die werd uitgekozen om de voorpagina van het
misboekje te sieren.
Onbewust zit er meteen veel symboliek in : zes jonge mensen die klaar
staan om hun stap in de wereld te zetten, met vallen en opstaan.
Zaterdag 21 mei was het dan eindelijk zover voor Anton Beelen, Emilie
Bruers, Stijn Lenaerts, Thelma Raes, Lisa Van Onckelen en Marnik Willems.
In een fijn verzorgde viering, opgesteld en geregisseerd door Miel
Demont, doorweven van zang en dans, kregen de zes vormelingen het Heilig Vormsel
toegediend van federatiepastoor Patrick Maervoet die hen in zijn homilie met
warme en aangrijpende woorden toesprak.
De talrijke aanwezigen werden na de viering allen uitgenodigd op de
receptie in het gemeenschapshuis. Gelukkig waren de weergoden ons weer
goedgezind, zodat we ook buiten konden napraten bij een fris drankje en
overheerlijke hapjes.
In Eikevliet was het weer eens echt feest !
Dank aan allen die daaraan hun steentje hebben bijgedragen.
Swa Verschooren.
Droedel.
Gewoonlijk trekt een paard de kar. Deze
viervoeter zit lachend in de kar te genieten konden we in ons vorig blaadje
lezen.
Inderdaad, hij zat lachend te genieten want
hij is te lui om te trekken. Het is een LUIPAARD.
Nieuwe droedel.
Neem je kleurpotloden en kleur de bolletjes en
bobijntjes. Je zult verschieten van uw eigen creativiteit. Ook mogen er
boompjes, een wolkje en de stralende zon bij.
Toch kan je deze droedel met één woord
beschrijven.
Veel plezier.
------------------------ J.M.
Quizvraag.
Het antwoord op de vorige vraag was:
Er waren 196 feestelingen
aanwezig op de feestdis van de eerste contactdag.
De winnares is:
Van
Hoomissen Celine
Benedenstraat, 109,
1851 HUMBEEK.
Nieuwe
vraag.
De”
mannen van de derde dag “ organiseren elk jaar een speciale
attractie. Waarmee hebben ze ons dit jaar verrast?
Antwoorden binnen voor 1 juli 2005 bij Danny Polfliet, Eikerveld 20, 2880 Eikevliet of een e-mail naar dannypolfliet@hotmail.com
Inhoud.
Jaarlijkse
contactdag……………………blz. 2
10 mei '40
………………………………..
3
Herinneringen
……………………………
7
150 jaar fanfare
………………………….
12
Activiteitenkalender
…………………….
19
I.M. Zuster Marie Véronique
…………… 22
I.M.
Alfons Raes ………………………..
24
I.M. Louisa Magnus
…………………….
26
H.
Vormsel 21 mei ………………………
30
Droedel
………………………………….
33