boekje 112

Het klinkt misschien wat ingewikkeld, maar in feite bedoel ik hiermee maar hoe snel de tijd vooruit gaat. Want we zijn inderdaad met onze vereniging gestart in 1975 naar aanleiding van “ het jaar van het dorp” waarbij het de bedoeling was om meer aandacht te hebben voor het dorpsleven en de intermenselijke contacten tegenover het vaak asociale en individuele leven in vele grootsteden.

En nu belanden we dan reeds in 2010, het tweede decennium in het derde millenium van onze tijdrekenening. En traditioneel bij het begin van elk jaar wensen we mekaar, familie, vrienden en kennissen veel geluk, voorspoed en een goede gezondheid toe. Wij willen dan ook via onze vereniging en het bestuur ervan ook al deze wensen aan al onze leden en familie overmaken en we hopen daarbij dat jullie nog lang mogen genieten van de herinneringen en de actuele gebeurtenissen in ons geboortedorp via de artikels in dit blaadje of via onze jaarlijkse contactdag.

Het bestuur vergaderde in januari ter voorbereiding van de samenstelling van dit blaadje en daar werd beslist dit jaar onze contactdag weerom te organiseren in ons vertrouwd lokaal zaal “ De Balans ” , hetwelk inmiddels is vernieuwd en terug opengesteld begin januari jl.

De contacdag zal doorgaan op zondag 26 september 2010 om 13:30 h in Eikevliet. Dit is de vierde zondag van september en van oudsher Eikevliet kermis. We gaan nog niet verklappen wat we gaan doen die dag maar we zullen er zeker voor zorgen dat iedereen zich in kermisstemming zal voelen en zich die dag zich zal amuseren en uitkijken naar de volgende contactdag. Houd deze datum reeds vrij en stip hem aan in je agenda.

Zoals ik reeds zei hierboven, gaat de tijd ( veel te ) snel voorbij en dat houdt natuurlijk ook in dat we allemaal een dagje ouder worden, ook onze bestuursleden. Daarom wordt er vanuit het bestuur ook gevraagd aan jongere leden om een beetje engagement op te brengen voor onze vereniging in de vorm van deelname aan het bestuur of door het schrijven van een artikeltje voor ons blaadje met bvb herinneringen van vroeger aan je geboortedorp.

Onze bestuursvergaderingen gaan door om de twee maand ter voorbereiding van ons ledenblaadje of ter voorbereiding van de organisatie van onze contactdag op een zondagvoormiddag na de zondagse gebedsviering om 10:30 h.

Voel je je geroepen mee te werken en nu en dan nog eens de Eikse lucht te proeven op een zondagochtend in zaal De Balans, aarzel niet en neem contact op met één van de bestuursleden of met ondergetekende op 0475/ 73 63 78 of declercq.jozef@telenet.be

In 2009 hebben we geen lidgeld gevraagd omdat we een zogenaamd sabbatjaar hebben gehouden zonder jaarlijkse contactdag en slechts een blaadje hebben verzonden. Inderdaad, doordat Cafe en zaal “ De Balans” gesloten waren voor renovatiewerken, werden heel wat jaarlijkse Eikevlietse festiviteiten afgelast.

Voor 2010 worden de lidgelden naar gewoonte opgevraagd in de maand augustus naar aanleiding van de uitnodigingen voor onze contactdag in september. Zodoende kunnen de betalingen voor degenen die mee doen met de contactdag in een keer gebeuren en moeten onze bestuursleden niet voortdurend op pad achter lidgeldbijdragen.

Het is meer dan een halve eeuw geleden dat ik scheikunde gestudeerd heb, ik moet eerlijk bekennen dat ik mij het woord rhodium niet kan herinneren. Het is een zilverwit metaal dat door juweliers gebruikt wordt en ook in de katalysator van de auto’s. De wereldproductie bedraagt slechts 10 ton. Ik heb deze wijsheid op het internet gevonden.

Wij weten allemaal dat een gouden jubileum na 50 jaar gevierd wordt, een diamanten na 60 jaar, een briljanten na 65 jaar en een platina na 70 jaar.

Volgens“Het groot woordenboek der Nederlandse taal” viert men na 75 jaar zijn “ Rhodium “ jubileum. De gemiddelde ouderdom van de leden van “Het bestuur der Eikevlietvrienden” bereikt in de loop van dit jaar die gezegende ouderdom met al de kwaaltjes die zo’n hoge leeftijd meebrengt. Ik zou er veel kunnen op noemen en zou er ook nog veel vergeten maar iedereen weet dat men dan naar wat rust verlangt en het ook wat rustiger moet doen omdat het toch niet vlug meer gaat.

Drie à vier weken voor er een nieuw ledenblad moet verschijnen wordt er in een vergadering de inhoud van het volgend blaadje besproken en wie er een interessant artikel wil schrijven over het reilen en zeilen in ons dorp en dan …volgt …er een stilte. Ik kan dat heel goed begrijpen want als men zijn “rhodium” jubileum gaat vieren is de pijp ver uit.

Ik wil hier nog eens duidelijk herhalen wat onze voorzitter in het begin van dit blaadje al schreef :

Wij doen een zeer dringende oproep aan al onze leden om ons blaadje wat op te frissen met hun verhalen over ditjes en datjes, over een feest, een gebeurtenis of over een gelijk welk ander onderwerp. Als je graag als tekenaar of dichter beroemd wil worden stellen we ons blad graag ter beschikking. De inwoners van Eikevliet verrassen diegenen die elders wonen en wie in een ander dorp woont zal ook wel iets te vertellen hebben aan de Eikevlietenaren. Liefst zouden we hebben dat er zich enkele dynamische mensen aanbieden als bestuurslid maar reporters zijn even belangrijk.

Het probleem is niet nieuw, Broeder Jozef Talboom zaliger, heeft met wisselend succes diezelfde oproep meerdere keren gedaan.

Of uw pennenvrucht lang of kort is speelt geen rol, wij zullen ze met veel plezier publiceren. Je kan ze mailen of gewoon afgeven bij een der bestuursleden en je kan het ook met de post naar de voorzitter sturen.

Robert & Tiny Behiels-Tourné, R. Caluwaertsstraat 45, 2880 Bornem-Eikevliet tel 03/ 899 26 17

Martin Van Den Reeck, C. Marnefstraat 10, 2880 Bornem-Eikevliet tel 03/ 889 87 48

Op 28 december 2009 werd Irma Verbruggen 104 jaar. Ze vierde dit in goede gezondheid samen met haar kinderen en kleinkinderen.

Op 1 augustus 1823 schreef gouverneur Leonard du Bus de Gisignies[1] een brief naar aartsbisschop Franciscus-Antonius de Méan[2] i.v.m. de financiële toestand van pastoor De Muyer: “Ik heb de eer aan Uwe Hoogheid bij deze te doen toekomen het bij Z.M. ontvangene verzoekschrift om verhooging van traktement van M.J. De Muyer, vikaris te Eykevliet.”[3]

Twee weken daarna werd de geldelijke toestand van pastoor De Muyer nog eens uit de doeken gedaan: “Dat de uitgestrektheid van het gehucht in circa eene halven uur en de bevolking van het zelve bestaet uit 680 zielen. Dat waerlijk de toelage welke hij uit de gemeentekas geniet, overeenkomstig zijne Majesteit besluit van 29 november 1816, in 1817 van 800 tot 600 francs vermindert. Dat men wel kan oordelen dat zijn inkomsten niet groot zijn als men in aanmerking neemt de kleine bevolking en het geringe vermogen van een zeker deel van de zelve, dat het van onze kennissen is dat De Muyer geene personele beredderingsmiddelen bezit. Wat aangaet, mijnheer de commissaris, zijne zedelijk en maatschappelijk gedrag alsmede zijne politieke denkwijze, deze konnen niet beter zijn en om deze releas verzoeke wij U, zijne vraag te ondersteunen, opdat hij van zijne Majesteit een verhoging van traktement bekome.”[4]

Op 28 januari 1826 stuurde gouverneur André Charles Membrede[5] volgende brief naar Franciscus-Antonius de Méan, aartsbisschop van Mechelen, met volgende vraag: “De heer M.J. De Muyer, kapelaan te Eykevliet heeft zich tot Zijne Majesteit gewend ten einde eene buitengewone gratificatie te bekomen. De uitgestrektheid zijne geestelijke jurisdictie, zijn 23 jarige dienst in verschillende priesterlijke oefeningen, de weinige vaste inkomsten ende geringe emolumenten welke aan zijnen post zouden zijn verbonden, als mede de verliesen, welke hij bij den jongsten waterstroom zoude geleden hebben, zijnde gronden waarop des vertooners verzoek rust.”[6]

Op 3 juni 1828 werd deze vraag opnieuw gesteld met volgende aanvulling: “Dit verzoek is gegrond op rekwestrant menigvuldige dienstjaren, op de geringheid van deszelfs inkomsten om daarmede op eene behoorlijke wijze in zijn bestaan te voorzien.”[7]

Op 20 juni 1828 vroeg de gouverneur Edmond de la Coste[8] aan het gemeentebestuur waarom de wedde van pastoor de Muyer verminderd was: “Uit het rekwest van den heer De Muyer, kapellaan te Eyckevliet, ter bekoming eener toelage uit ‘s rijk kasse, resulteert dat hij eertijds 370 gulden traktement ’s jaars ten laste der gemeente genood en dat hetzelve thans tot op 280 gulden verminderd is, waar uit gevolg zou zijn dat hij, om te kunnen bestaan, zijner toevlucht tot ’s gouvernements welwillendheid moet nemen, aan welke Ud. verzocht dat hij ter bekoming der gevraagde gunst moge worden aanbevolen. Alvorens zijn verslag te dezer zaak aan het gouvernement uit te brengen, verlangt zijne Excel. de gouverneur de redenen te weten waarom Ud. vermeent hebt het traktement van den bovengemelde kapelaan te moeten verminderen, wel bijzonder als het te voorzien was dat hij daardoor in de onmogelijkheid zou hebben gekomen om op eene gevoegelijke wijze in zijne bestaan te kunnen voorzien.”[9]

Pastoor De Muyer vroeg op 13 september 1829 aan burgemeester hertog d’Ursel[10] (foto) financiële middelen om een onderpastoor te kunnen betalen: “Vertoont met eerbied den ondergeteekenden pastor in Eykevliet, dan den eerwaarden heer Van Stappen, priester, die tot hier toe op sondagen en heyligdaegen tot Eykevliet de eerste misse heeft komen doen voor de gestelde somme van twee honderd en tachentig frans of honderd twee en dertig guldens dertig cents, niet meer wilt komen gevende voor reden dat dese somme te weynig is om ideren keer dry uren verre te komen en wederom te keeren, en daer van nog sijne tafel te betaelen. Van mijnen kant en vinde ik niet eenen priester hier omtrent om de tweede misse te komen doen en den last van selfs twee missen te doen is mij onverdraegelijk. Ik hebbe nu reeds achttien jaren alleen de last van mijne parochie moeten draegen sonder in mijne pastorele functie eenige hulpe gehad te hebben. Selfs hebbe ik tot gemak der inwoonders van Nattenhaesdonck meer dan tweehonderd jaerlyks de Heilige Sacramenten bedient in mijne kerke, om dan eenige hulpe in mijne bediening te bekomen, hebbe ik mij genoodzaekt gevonden tot Uw Edele mijnen toevlucht te nemen, Uw Edele, oodmoedig verzoekende van in den budget te willen stellen tot betaelinge van desen heer eene somme gelyk aen degene gestelt is voor idere der eerwaerden heeren onderpastors van Hingene ofte Nattenhaesdonck en als dan sal de eerwaarde heer Van Stappen ofte iemand anders door hunne geestelyke overheyd als onderpastor tot Eykevliet residerende, gesonden worden in gevolge hunne belofte.”[11]

Pastoor De Muyer overleed in 1836 en zijn testament werd op 15 juni 1836 voorgelezen in aanwezigheid van notaris Jean-Pierre De Pauw uit Ruisbroek en Joseph Condeur, griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen: “Een geschreven testament van Martinus Josephus De Muyer, pastoor te Eikevliet, afhangend van de gemeente Hingene, er overleden de negende van deze maand. Dit testament werd geschreven op een papier dat het zegel draagt van 75 centiemen, waarvan de eerste bladzijde en ongeveer een vierde van de tweede bladzijde zijn geschreven en gedateerd in de verblijfplaats, Eikevliet, de 12^de november 1827. .

Ik ondergeteekenden, Martinus Josephus De Muyer, Pastor van Eykevliet, aldaer woonende verklaer dat dit tegenwoordig geschrift is mijn testament, het welk ik wil getrouwelijk en puntuelijk uytgevoerd hebben naer mijne dood en eyndelijk stelle ik voor mijne universelen of eenigen erfgenaem Joanna Monica Rottiers dogter van Franciscus Rottiers en Maria Théresia Pauwels mijne dienstmeyt indien sij bij mij nog woont den dag van mijn overlijden. De welke uyt haer successie zal moeten draegen de bovengemelde lasten en onkosten sonder dat imand sig sal mogen tegenstellen aen dit mijn tegenwoordig testament, huer gevende volle magt van alle persoonen zoo familie als andere persoonnen van de hand te wijsen.”[12] Zijn grafsteen bevindt zich rechts naast de kerkdeur.

Ondanks de financiële moeilijkheden werden onder pastoor De Muyer vele aankopen gedaan waaronder meubelen, priestergewaden en kerksieraden. Het tabernakel, de engelen die zich daarbij bevinden en vooral de deur van het tabernakel zijn prachtig gesculpteerd en verguld. In het tabernakel werden de zilveren ciborie[13] bewaard en de H.Oliën voor de zieken. In de winter van 1740 werd de ciborie gestolen. Rentmeester N. Cooman schonk een nieuwe ciborie. In het tabernakel bevindt zich de prachtige monstrans.

Zij is uitzonderlijk mooi en heel waardevol. Zij is 86 cm groot en op de voet leest men ‘Anna Theresia De Clercq, 1707’ . De monstrans werd gekocht bij het vrouwenklooster van Klein-Bijgaarden, door tussenkomst van juffrouw Benedicta Tafmeyer, religieuse van dit klooster. Op een basis, versierd met palmbladeren, bemerkt men 4 lobben. Op twee lobben prijken de borstbeelden van St.-Benediktus en St.-Theresia. De schacht wordt gevormd door palmbladeren en wordt gescheiden door een knoop, waarop vier engelenhoofdjes voorkomen. De versiering is in zilveren bladen gesneden en gedreven. De rand vormt een zon. Het middendeel dat de H.Hostie moet bevatten is omlijst door een tralievormige hand waarin kleurstenen gevat zijn. Tussen de vergulde stralen wordt bovenaan het borstbeeld van God de Vader en lager de H.Geest voorgesteld. Aan beide kanten ziet men twee engelen, die de verschillende lijdenstuigen dragen. Wolken omringen de figuren en korenaren en druiventrossen schieten er tussen uit. Een grote gesloten kroon voltooit het kunstwerk.

In het jaar 1821 heeft Z.H. Pius VII op verzoek van pastoor De Muyer drie volle aflaten verleend aan de kerk. Deze aflaten kon men verdienen mits te biechten, te communiceren en te bidden op Allerheiligen en de zeven volgende dagen, op de 2^de zondag van juli en de zeven volgende dagen en op de feestdag van de vinding van het Heilig Kruis en zeven volgende dagen.

“De verzoeken en geschriften des aangaande zijn bewaard in de archieven der kerk van Eijkevliet.” [14]

Door Franciscus-Antonius De Méan[15], aartsbisschop van Mechelen, werd op 22 februari 1822 het broederschap van de Heilige Donatus opgericht. De Heilige Donatus werd vereerd op de tweede en derde zondag van de maand juli. Ook de inwoners van de omliggende dorpen lieten zich zegenen met de relikwie van deze Heilige. Op het einde van 1899 telde dit broederschap 9.956 leden.

De Heilige Donatus wordt aangeroepen tegen onweders, bliksem, brand en ziekte. Zijn relikwieën rusten in de kerk. Hij wordt gevierd op 14 oktober. Dit broederschap heeft geen verbintenis, het is alleen een eerbetuiging, dat men naar het voorbeeld van de Heilige Donatus christelijk wil leven en zich onder zijn bescherming wil stellen.

Er werd in de parochie ook een ‘Godvruchtigheid t.o.v. de H. Cornelius’ opgericht. Veel mensen van omliggende dorpen kwamen de H. Cornelius aanroepen en zijn Heilige Relikwie eren tegen kinkhoest, stuipen en de vallende ziekte.

Vanaf 1813 vereerden de parochianen de Heilige Barbara, maagd en martelares, patrones tegen een haastige en onvoorziene dood. Zij werd vereerd de derde zondag van elke maand. Het geestelijke verbond tot uitroeiing van godslasteringen en slechte klap werd opgericht na de missie in 1837. Dit verbond telde op het einde van de 19^e eeuw, 473 leden. Het genootschap van de Heilige Vincentius a Paulo werd opgericht op 18 januari 1857. De doelstelling van dit genootschap was geestelijke en stoffelijke bijstand verlenen aan de armen. Dit genootschap telde op het einde van de 19^e eeuw slechts zeven leden. De vereniging van de H. Kruisweg, die gesticht was op 25 december 1894 en 158 leden telde, had tot doelstelling eenmaal per week de kruisweg te bidden. Het broederschap van de Heilige Familie werd gesticht op 2 december 1895. Ze telde 725 leden en 165 families.

Onder de begeestering van priester Poppe[16] (°18/12/1890 +10/6/1924) bloeide de kruistochtenbeweging in Klein-Brabant, ook te Eikevliet. Op zondag 30 mei 1926 vierde de eucharistische kruistocht van Eikevliet de plechtige inhuldiging van hun vlag: “Om 2 ure Lof, waaronder sermoon als afscheidsgroet aan Z.E. pater Raymond, leider van den Kruistocht, die als missionaris naar Congo vertrekt. Na het Lof zal een stoet het dorp doorkruisen waaraan verschillende eucharistische bonden met hunne vaandels zullen deelnemen. De plechtigheid zal opgeluisterd worden door het kunstvol muziek der fanfarenmaatschappij St.-Cecilia van Eikevliet. Om 5 ure voordracht met gekleurde lichtbeelden over Congo, door den Z.E. pater Servatius, broeder van pater Raymond, in de ruime zaal “De Balans” bij Jules Van Hoeywegen. Kaarten te bekomen aan den ingang der zaal aan 3 en 2 fr.”[17]

Eerste rij: Pater Servaes, Clementina Van Calster, Eva Richter, Clemence Verschooren, Anna Smets, Fanny Van

Calster, Christine Van Der Kinderen, Maria De Decker, Maria Verbeeck, Jeanne De Meurichy, Maria

Tussen de eerste en tweede rij: Liza De Meurichy, Margriet Nijs en Gusta Robijns

Tweede rij: Mit Van Calster, Flor Van Calster, Bertha Verbeeck, Maria Van Calster, Anne Van Meulder,

Derde rij: Adelia Daelemans, Maria Van Hoeywegen, Germaine Geniets, Roza Van Den Eynde,

Vierde rij: Adelia Van Meulder, Maria Van Calster, Hilda Willockx, Jenna Geniets, Mathilde Mees en Irma Willockx

20.30 u : korte hulde aan de kapel, het beeld wordt terug in de kapel geplaatst, tot slot zingen we het lied

Op deze wijze willen we O.L.Vrouw van Bijstand van onze Kouterkapel speciaal eren en in de bloemetjes zetten op de vooravond van de ‘Meimaand-Mariamaand’ bij uitstek.

Mogen wij vriendelijk vragen, aan de mensen van de Caluwaertsstraat en de Van Hoomissenstraat (rond de kerk) die dag hun huizen te bevlaggen. Hartelijk dank op voorhand.

Om de les interessant te maken en om de aandacht van de leerlingen te trekken brengen leerkrachten materiaal mee om te bekijken of er iets mee te doen. Dat is aanschouwelijk materiaal.

Het beroep van deze man kan men zien aan het uithangbord. Veel werk heeft hij blijkbaar niet.

Hij kijkt vooral naar de voeten van de voorbijgangers want vandaar moet zijn werk komen. Hoe lang hij daar staat te turen weet ik niet maar hij zoekt naar voeten waar hij wat kan aan verdienen.

Antwoorden sturen voor 30 maart 2010 naar Danny Polfliet, Eikerveld 20, Eikevliet of e)mail naar dannypolfliet@hotmail.com

[1] Leonard du Bus de Gisignies, gouverneur in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden van 1820 tot 1823

[2] Franciscus-Antonius de Méan, aartsbisschop van Mechelen van 1817 tot 1831

[3] A.A.M.: Parochiemonografieën - Eikevliet

[4] R.A.A.: Kerkfabriek van Eikevliet nr. 377

[5] André Charles Membrede, gouverneur in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden van 1823 tot 1828

[6] R.A.A.: Kerkfabriek van Eikevliet nr. 377

[7] R.A.A.: Kerkfabriek van Eikevliet nr. 377

[8] Edmond de la Coste, gouverneur in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden van 1828 tot 1829

[9] R.A.A.: Kerkfabriek van Eikevliet nr. 377

[10] Charles Joseph (°9/8/1777 + 27/9/1860), 4^de hertog van d’Ursel. Hij was sinds 1810 burgemeester van Brussel, in 1814 en

1815 commissaris-generaal voor Binnenlandse Zaken in het voorlopig bewind in de Zuidelijke Nederlanden en van 1815 tot

1819 onder koning Willem I minister van Waterstaat en publieke werken. Na de Belgische onafhankelijkheid werd hij lid van

de senaat voor de provincie Antwerpen (1839-1847) en voor het arrondissement Mechelen (1847-1859). Hij huwde in 1804

met Joséphine Ferrero-Fieschi, prinses van Masserano (°23/12/1779 + 18/1/1847).

[11] R.A.A.: Kerkfabriek van Eikevliet nr. 377

[12] R.A.A.: Kerkfabriek van Eikevliet nr. 330

[13] Zilveren of gouden kelk met deksel, ter bewaring van het H. Sacrament des Altaars

[14] A.D.B.: jaargang 1904

[15] Aartsbisschop van Mechelen van 1817 tot 1831

[16] Pastoor Poppe stichtte de Eucharistische Kruistochten, een jongerenbeweging die in de jaren 1950 net zoals de patronaten

opgaan in de landelijke chirojeugd. Als godsdienstpedagoog schreef hij het catecheseboek ‘Bij de kindervriend”. Hij werd zalig

verklaard op 3 oktober 1990 door paus Johannes-Paulus II.

[17] A.D.B.: jaargang 1926

++ ONS EIKEVLIET ++