Voorwoord.   Verhaal.    Lidgelden.    Hilda.   Bazel.    Overlijden.    Geboorten.   Activiteiten.

Onze Jaarlijkse bijeenkomst dd 26.08.2000

Het was het geschikte weer voor een zoektocht. Zonnig, maar niet heet. Echt weer om niet thuis te blijven. Wie op deze dag belet was heeft pech gehad. Om 10 uur kwamen de eerste deelnemers toe te Kobbegem.Die hadden meest tijd om een babbeltje te doen en vooral om van de mooie valleitjes te genieten die het begin van de Vliet zo mooi maken. De meeste deelnemers kwamen in groepjes afgezakt en de enkele individuelen sloten zich vlug bij een van hen aan. De groep De Clercq was wel de grootste met 12 ingeschreven deelnemers. Vier dagen voor de zoektocht werd er een laatste test gedaan en werden alle nodige documenten gekopieerd. Bij de ultieme controle op vrijdag namiddag bleek dat één van de vragen niet meer op te lossen was en bij een andere vraag had men de oplossing op de gevel gehangen, dat heeft voor nachtelijk kopieerwerk gezorgd. Om zeker te zijn dat alle antwoorden konden gevonden worden zonder iets te vragen aan omwonenden, hadden we sommige antwoorden handig in de meegeleverde teksten verstopt.

De 47 vertrekkers hadden heel wat werk om alle informatie te lezen voor ze konden vertrekken. Kobbegem was het centrale ontmoetingspunt Gedurende enkele uren liepen er Eikevlietvrienden op het plein voor de kerk en dat was onze bedoeling. De vertrekkers hebben we een half uur aan 't lijntje gehouden met de inschrijving en vooral door ze 3 foto's in de omgeving te laten zoeken. Na een rondrit van een uurtje kwamen ze terug op deze plaats om nog een vraag op te lossen en een praktische proef te doen. Ondertussen hadden ze genoten van het prachtige en gevarieerde landschap. De meeste hadden een gebroken hoofd want ze hadden de venijnig moeilijke schiftingsvraag mogen oplossen. Bij een brugje over de Bollebeekse Vliet hadden we 14 dagen op voorhand de diepte van het water gemeten in mm. Die waterstand is daar rechtstreeks afhankelijk van de regenval een zeer moeilijk te raden meting en daarop werden al die hoofden gebroken. Had het toen veel of weinig geregend? Is er nu meer of minder water dan toen? Hoeveel kan het verschil met nu zijn. Hoeveel is het nu? Wie heeft er een meter bij? Tien millimeter minder of meer betekent niet veel, wat ga ik opschrijven'? Het is deze vraag die de uitslag bepaald heeft.

Na die eerste praktische proef in café " 't Wit Paard" ging de tocht verder over Bollekeek en Brussegem naar een oriëntatietafel op een hoogte van ongeveer 70 meter boven zeeniveau. Als je er nog nooit geweest bent kun je het bijna niet geloven. Je ziet bij helder weer hoge gebouwen van Bussel boven de horizon uitsteken en langs de andere kant is er een prachtig en wijds landschap. Ik heb met het blote oog de koeltorens van de kerncentrale van Doel duidelijk gezien. Iemand uit de omgeving heeft mij verteld dat hij 67 kerktorens kan waarnemen. We reden verder naar het kerkplein te Mollem en na nog enkele vragen bij watermolens kwamen we te Merchtem waar we de laatste foto's moesten herkennen. Vandaar reden we naar de Eikse Amer voor een tweede praktische proef. Het spel hoger lager liet ook alles aan het toeval over. De opstellers en de personen waarmee de zoektocht was uitgetest dachten dat er een groot puntenverschil ging zijn. Zij waren er zo van overtuigd dat de tweede schiftingsvraag is weggelaten bij het kopiëren van de definitieve tekst. Bij de verbetering bleek dat er geen deelnemers waren met 24 punten op 24 maar wel 12 inschrijvers met 23 punten.

Bijde twee praktische proeven waren er 5 van deze 12 deelnemers met 6 op 6 punten, zodat er dus 5 eerst waren gerangschikt. Het is de schiftingsvraag die de rangschikking van deze eersten bepaald heeft. En zelfs daar werd het verschil tussen de eerste en de tweede gevormd met slechts een verschil van 1 mm in de schatting van de waterstand van de Vliet!

Na deze door iedereen wel geapprecieerde zoektocht verzamelden we allemaal in ons lokaal Zaal De Balans voor een welverdiende koffietafel. De uitstap had  een meer dan gezonde eetlust opgewekt hij de deelnemers en te samen met de andere vrienden die rechtstreeks naar Eikevliet waren gekomen, werd aan tafel heel wat gediscussieerd over de belevenissen van de namiddag en over het mogelijk juiste antwoord op de gestelde vragen. Na het eetmaal kwam dan het bevrijdende moment wanneer de ondervoorzitter uitleg gaf bij de zoektocht en de oplossing van de gestelde vragen toelichtte. Iedereen mocht dan ook nog een mooie prijs in ontvangst nemen als beloning voor de deelname en de geleverde inspanning. De eerste prijs was niet minder dan een spiksplinternieuwe videorecorder.

Vele stemmen gaan reeds op om volgend jaar terug een dergelijk initiatief uit te werken waarbij we eventueel het laatste stuk van de loop van de Vliet ( vanaf Merchtem waar nu het einde van de zoektocht was) kunnen verkennen tot in Eikevliet zelf.

Deze optie zal zeker tijdens bestuursvergaderingen besproken worden.

Alleszins zullen we volgend jaar tijdens. onze jaarlijkse bijeenkomst als eerbetoon aan onze overleden vriend Jozef Talboom in Zaal De Balans een tentoonstelling houden van een groot deel van zijn schilderwerken. Daarom bij deze reeds de vraag aan U allen indien U in het bezit bent van een werk van hem ons dit mede te delen.

De bedoeling is dan dat we dit werk op digitale wijze kopiëren en deze kopie gebruiken voor onze samenkomst.

Daarom noteer nu alvast de datum van onze volgende samenkomst op Zondag 2 september 2001

J.M./JDC

Een fantastisch verhaal.

Op 6 mei 1432 werd het Lam Gods ingewijd. Het is geschilderd door de gebroeders Jan en Hubert Van Eyck. Ze zijn geboren te Maaseik, maar hun grootvader, Petrus, was een rijke handelaar uit ons dorp.Hij woonde in de Slijkhoek aan de Vliet. Dat weten vele mensen niet.

Eerst wil ik nog een andere misvatting uit de wereld helpen.

Vroeger noemde men de Vliet: “EYCKE”. De naam van ons dorp werd geschreven als: “EYCKERLIEST”. Ik vind dat niet uit, dat staat zo op een oude kaart. Daarom geloof ik niet in de veel te gemakkelijke oplossing van: “Eik aan de Vliet”. Ik veronderstel dat de beemd van Boeyckens vroeger een moeras was, dat vooral door de lis werd overwoekerd. Volgens Van Daele is lis of lies de door ons allen gekende waterplant. Het is toch logisch dat men de plaats waar de “EYCKE” door het liesbos stroomde “EYCKERLIEST” genoemd wordt. Volgens mij moet daar de oorsprong van de naam Eikevliet gezocht worden.

Op het einde van de 12de eeuw was Petrus (Pieër in de volksmond) een rijke handelaar uit Eikevliet (Eyckerliest). Met zijn kleine platbodem dreef hij handel tot in de kastelen te Lippelo.

Deze heren waren goede klanten voor wijnen uit Frankrijk en Spanje. Op die kastelen waren regelmatig grote feesten waar de wijn rijkelijk vloeide. De dames waren gekleed met fluwelen kleren die rijkelijk met kant, gouddraad en edelstenen versierd waren. Snuggere Pieër zorgde ervoor dat die dames een grote keus hadden, hij verdiende er goed aan en dat vond hij het voornaamste. Hij kon zich in Eikevliet een stenen huis veroorloven en was dus steenrijk.

Josephus, een van de zonen van Pieër, was een tiental jaren schildknaap geweest te Lippelo. Het kasteel was omgeven door een brede, bijna onoverkomelijke wal, die aan de getijden onderhevig was. Zo'n waterburcht moest een lange belegering kunnen doorstaan. Daarom waren er grote voorraadschuren en een boerderij. In de winter werd de ijskelder gevuld met ijs uit in slotgrachten en tot ver in de zomer werd het vlees in dat ijs bewaard.

Allerlei ambachtslui (meestal lijfeigenen) stonden in voor het onderhoud. Zij waren lijfelijk verbonden aan het kasteel, maar woonden meestal erbuiten in hutjes. Onze Josephus had het voordeel dat zijn vader een rijk man was, daarom was hij een vrij man. In hoofdzaak moest hij de heer-ridder helpen bij het paardrijden en al wat daarmee samen hing. Hij leerde er ook hoofse manieren.

Rond zijn 20ste verjaardag hield hij het daar voor bekeken, nam afscheid van zijn vrienden op het kasteel en kwam terug naar Eikevliet.

Bij zijn vader leerde hij zijn stiel, want de Vliet bevaren was een goede leerschool en als handelaar ben je afhankelijk van uw klanten. Ge moet zorgen dat de koper denkt dat hij een goede zaak gedaan heeft, maar hij zelf moest er ook goed aan verdiend hebben.

Na enkele jaartjes kende Josephus (men noemde hem Seppe van Pieër) ook de knepen van het vak. Seppe wou meer dan wat rond kletsen op de Eycke, hij wou veel meer, hij wou avontuur. Hij wou Antwerpen zien en Gent en Brugge en nog veel andere steden. Hij liet een boot maken en doopte hem Eycke. Na een jaartje rond kletsen op de Zenne, de Dijle, de Rupel en vooral op de Schelde belandde hij in Brugge. Het beviel hem daar goed tussen al die rijke kooplieden en kocht er een huis. Hij was er een geëerd koopman. Niettegenstaande de weelde waarin hij leefde was de Seppe van de Eycke als avonturier geboren. Hij voelde zich niet goed aan de wal en hij verliet Brugge. Langs vele omwegen belandde hij op de Maas. In het kleine stadje Maaseik, waar de Maas een weidse de bocht nam, bleef hij plakken. Hier eindigde zijn avontuurlijk leven, want hij ontmoette er een lieve jonge maagd, Catho. Hij ging met zijn Cathoke naar de botermarkt, en negen maanden later werd zijn eerste zoon geboren, Hubertus. Men noemde hem in Maaseik Hubert van Catho en de Seppe van Eyck. Hier bij ons gaf men tot voor kort ook dergelijke namen, denk maar aan de Jule van den Triene, Rikske van Siddekens of de Staf van Achterdijk. Catho en de Seppe kregen nog drie kinderen, Johannes Van Eyck, Lambertus Van Eyck, en Margaretha van Eyck. Ze kregen alle 4 een opvoeding die bij een welstellend koopman paste. Alle vier waren ze handig met het penseel, vooral Johannes (hij wordt nu altijd Jan genoemd) was een uitblinker. Hij werd wereldberoemd in zijn tijd. Eerst trad Jan in dienst als schilder en kamerheer bij een graaf uit zijn streek. Wat later bij de graaf van Holland en Zeeland. En daarna bij de prins-bisschop van Luik. In 1425 bereikte hij de hoogste top. Nu trad Jan in dienst bij Philips de Goede. Hij moet er wel op een goed blaadje mee gestaan hebben, want hij werd naar Spanje gestuurd om de hand van Isabella van Urgel te vragen. Die onderhandelingen mislukten, maar onze Jan van Eyck verkocht er veel schilderijen. Hertog Filips de Goede had geen tijd om zelf een lief te zoeken, en stuurde onze Jan naar Portugal. Hij moest een portret maken van infante Isabella. Slimme Jan maakte er twee, dan rinkelde de kassa tweemaal. Hij was immers de zoon van een sluw zakenman. Het ene schilderij werd over land opgestuurd, het andere per schip. Dat was om zeker te zijn dat er minstens één ging toekomen, zei Jan tegen de hertog.

Ondertussen had zijn broer Hubert van de Gentse schepen Judokus Vijd, de opdracht gekregen om een groot altaarstuk te schilderen. Hubert stierf in 1426 nog voor zijn werk af was. Jan heeft het verder afgewerkt, en leverde “HET LAM GODS” af op 6 mei 1432.

De appel valt niet ver van de boom zegt men en juist zoals zijn vader ontmoette hij op een van zijn tochten een jong maagdeken en bleef ermee in Brugge plakken. In ‘t begin was er op de Botermarkt niet veel te halen, want het duurde meer dan een jaar eer er een kind geboren werd. Toen het kind vijf jaar was, in 1441, is de beroemdste Eikevlietenaar daar overleden.

Over de derde zoon van de Seppe van Eyck, Lambertus, is er weinig gekend.Een ding is zeker, toen de nieuwe kerk van Eikevliet werd ingewijd, heeft men de heilige Lambertus als patroon gekozen.

In een kroniek uit 1669 staat dat Jan van Eyck ( waarschijnlijk een van de achterkleinkinderen van onze schilder) op bedevaart kwam naar Onze Lieve Vrouw de Kalfort. Waarom komt een magistraat van de Grote Raad en schepen van Brussel naar een kleine kapel in Kalfort? Voor mij is dat duidelijk, hij kwam op de eerste plaats op familiebezoek in Eikevliet, en bij het terugkeren naar Brussel ging hij op bedevaart naar Kalfort.

In een ver verleden werd Bornen bestuurd door Pedro Coloma. Hij liet er grote dure werken uitvoeren. De mensen in Bornen gingen gebukt onder de zware belastingen, toch kreeg Pedro een standbeeld.

En wat doen wij, Eikevlietenaren, met onze beroemde voorvader?

‘t Is een schande, we verzwijgen hem, erger nog we zijn hem totaal vergeten.

In plaats van met onze toren te spotten, zou men beter zeggen:

EIKEVLIET, GROTE ZWIET,

Z’ HEBBEN DE BEROEMSTE SCHILDER,

EN ZE WETEN HET ZELF NIET.

---------------------------------- J.M.

Lidgelden 2000.

Velen van U hebben hun lidgeld van onze vereniging voor het jaar 2000 voldaan tijdens onze jaarlijkse samenkomst in augustus j l ofwel door overschrijving indien ze niet konden deelnemen. Enkelen echter ontbreken nog en daarom vragen we langs deze weg het lidgeld te voldoen door overschrijving van 150,- BF op rekening 068-0676200-40 van Eikevlietvrienden p/a Suyckensstraat 79 te Eikevliet of bij een der bestuursleden. Denk er aan dat het lidgeld voor het jaar 2001 slechts tijdens de uitnodiging voor onze volgende samenkomst in september 2001 wordt opgevraagd en dat je zo wellicht onze contactblaadjes zal missen!

------------------------------- Jef De Clercq

Geachte familie, beste dorpsgenoten en vrienden van de overledene,

We zijn hier samen voor de laatste groet, bezegeld met een gebed, voor een dierbaar bestuurslid van onze vereniging.

Hilda is zachtjes en bijna verwacht van ons heen gegaan op de gezegende leeftijd van 97jaar, zoals men pleegt te zeggen.

Zachtjes, dit in tegenstelling tot de manier waarop wij haar mochten ervaren binnen het bestuur van onze vereniging, immer levendig en steeds enthousiast. Reeds van bij de oprichting in 1975 van de club “De Oud Eikevlietenaren”, later herdoopt tot "Eikevlietvrienden" was zij een actief bestuurslid, samen met haar goede vrienden en collegae onderwijzers Meester Joris Demont en broeder Jozef Talboom.

Het idee een vereniging op te richten met huidige bewoners van Eikevliet en mensen die van hier afkomstig zijn, sprak haar direct aan. Zo is er een culturele band gesmeed tussen het heden en het verleden van ons geboortedorp, tussen de huidige bewoners en diegenen die nu elders wonen.

Mede door haar grote geliefdheid binnen Eikevliet, haar enthousiasme en haar uitgebreide kennis van vroegere dorpsgenoten, maakte ze dan ook iedereen die ze tegenkwam, lid van onze vereniging. Het lidgeld gaan ontvangen of de ledenbladen ronddragen nam ettelijke namiddagen in beslag. Overal een babbeltje en dikwijls een lange babbel, soms met een portooke erbij, getuigen van haar gemoedelijke omgang en vrolijk karakter. Tijdens onze jaarlijkse bijeenkomsten, ontpopte Hilda zich eveneens als de duivel doet al, levendig en optimistisch als ze steeds was.

Alhoewel het perfecte tegenbeeld, bleef ze steeds bekommerd om haar zuster Rosa met wie ze zovele jaren lief en leed gedeeld heeft in het ouderlijk huis in Eikevliet. Nog in haar laatste dagen sprak ze over " Ons Rosa" alsof die nog steeds in haar buurt was.

Ook al wisten wij bijna zeker dat Hilda op een zeer hoge ouderdom zou mogen rekenen, de familie Van den Eynde is op dit gebied vermaard, haar zuster Julia vierde haar 100 ste verjaardag op 23 februari, kwam enkele jaren geleden toch het keerpunt waarop het allemaal wat kalmer aan moest. En toch kon Hilda volgens haar eigen wens tot haar laatste dag thuisblijven in haar geliefde Eikevliet. Zij kon immers rekenen op haar vrienden en geburen.

Hilda, Uw dierbare zuster Julia en schoonzuster Jeanne evenals Uw ganse familie gaan nu deze dagen door de donkere gang van droefheid.

Een droefheid over het aardse afscheid, maar ook een vreugdestraal hoop, borrelend uit het echte geloof. Immers onze christelijke overtuiging schenkt de vreugde van het weerzien na dit aardse afscheid.

Wij weten dat jij nu terug verenigd bent met je zuster Rosa in het huis van de Vader.

Uw vele vrienden, uw kennissen in de onderwijswereld en vooral in onze dorpsgemeenschap, zullen U blijvend herinneren en dankbaar gedenken voor wat ge aan velen hebt gegeven.

In naam van onze vereniging " Eikevlietvrienden" betuigen wij onze christelijke deelneming aan de familie Van den Eynde.

Hilda, dank voor alles en tot weerziens.

KORTE INHOUD VAN:

`Den Tore van Bazel'

Drie generaties in een familie. Waar, de oude boer, is weduwnaar, maar heeft een huishoudster die er zijn mag. Ludwig, zijn zoon, is van niet veel toch nog tot iets gekomen. Dit is hem wel erg naar het hoofd gestegen. Josée, de vrouw van Ludwig, die niet met zijn pretentie is opgezet, leeft met hem dan ook meestal in onmin. Tenslotte zijn er nog Eddy, kleinzoon van Waar, en zijn liefje Kim. Zij laten Gods water over Gods akker lopen en leven van hun dopgeld en friet. Waar we aanvankelijk deze mensen leren kennen in hun eigen milieu, zien we nadien de onderlinge relaties tussen de drie generaties.

AUTEUR en REGIE: Juul Lambrechts

(de auteur over zijn stuk)

Conflicten en compromissen tussen geslachten zijn van alle tijden. Hier gaat het om drie generaties, een familie van landelijke oorsprong.

Drie koppels die, met aard en hebbelijkheden, model staan voor hun leeftijd. Doorsnee-mensen hebben nooit volledig gelijk of ongelijk: schuld is altijd verdeeld. Kleine contrasten en misverstanden kruiden het leven. Het burgermannetje met de minimale dosis grijze materie raapt, spontaan of mokkend, de steken op die het geregeld laat vallen.

Kleine botsingen en stoornissen, kleine averijen aan onze ziel, vooral aan onze eigenliefde ; een vleug ontlastende kracht- woorden en tranen, die oplossen in de bries. Relativeren is een eeuwige boodschap, zin voor humor de af- doende remedie tegen onze kleine kwalen.

Wij lullen teveel en te vlug over "generatieconflicten". Dit wil eigentijds toneel zijn, door en voor mensen die extremen mijden. Komt de puurste lafenis niet uit de kleinste bronnen ? Zien wij ons spiegelbeeld niet correcter in een plas dan op een schuimende zee ?

Overlijdens.

Zuster Marie Emelda     Jeanne Van Calster

Geboren te Eikevliet op 15-9-1908.

Geprofest te Vorselaar op 8-9-1933.

Overleden te Brasschaat op 29-3-2000.

 

Jeanne Landuyt

echtgenote van Edward Van Barel.

Geboren te Hingene op 31-1-1931.

Overleden te Temse op 3-7-2000.

 

Emiel Vannhoomissen

Echtgenoot van Louisa De Sagher

Geboren te Eikevliet op 8-2-1925.

Overleden te Edegem op 22-7-2000.

 

Jan Aerts

Weduwnaar van Francine Meys.

Geboren te Puurs op 19-11-1912.

Overleden te Puurs op 22-7-2000.

 

Johnny Cuyt

Zoon van Jos Cuyt en Clothilde Vanhoomissen

Geboren te Bornem op 9-6-1950.

Overleden te Bornem op 6-8-2000.

 

Maria Van Reeth

Weduwe van Emiel Boeyckens.

Geboren te Puurs op 18-4-1932.

Overleden te Eikevliet op 12-8-2000.

 

Hilda Van den Eynde

Geboren te Eikevliet op 5-5-1903.

Overleden te Eikevliet op 22-8-2000.

 

Zuster M. Godefrieda  Bertha Marivoet.

Geboren te Thieu op 5-5-1920.

Geprofest op 9-10-1939.

Overleden te Westmalle op 1-10-2000.

 

Teerfeest van de fanfare.

Zaterdag 13 januari gebedsviering om 10 uur.

Zaterdag,  zondag, maandag 13, 14, 15 januari 2001 feestelijk teren.

 

Eetfestijn 10 en 11 februari 2001.

F.C. Volharding Wintam-Eikevliet in Zaal De Balans.

 

Schoolfeest 17 februari 2001.

Eetfestijn + optreden van de kleuters.

Zaal De Balans.

 

Carnaval-voddenbal 27 februari 2001.

Zaal De Balans.

 

Concert van de Fanfare 10 maart 2001.

Zaal de Balans.

 

Geboorten.

Lien Van Linden

dochtertje van Johan en Hilde Van Campenhout.

Geboren op 28-7-2000.

Zij wonen: Eikerveld ,14

 

Camille Verbelen

kindje van Jim en Cathy Bioul.

Geboren op 13-10-2000.

Zij wonen: D. Van Hoomissenstraat,40