Langbeen Jozef Jan.

 

Jef is geboren te Hingene op 14 maart 1920.

Zijn ouders waren Alfons en De Buyser Philomena.

Vader Alfons trok militievergoeding van 4 september 1939 tot 31 mei 1940.

Hij was gehuwd met Louisa Meeus op 2 augustus 1950 te Londerzeel en woont in de Koningin Astridlaan,40 , in Wintam.

Hij was onderwijzer in de jongensschool te Wintam tot hij met pensioen ging.

Jef en drie andere broers namen deel aan de achttien daagse veldtocht.

 

Militaire gegevens:

Hij was van klas 1939, stamboeknummer 151-42499 en was als waarnemer ingedeeld bij de1e artillerie te Gent en was in werkelijke dienst van 31 juli 1939 tot 7 juli 1940, waarvan enkele dagen als krijgsgevangene.

Op 18 december 1939 werd chef korporaal benoemd en op 10 mei 1940 werd hij tot sergeant bevorderd.

Bij het uitbreken van de oorlog lag hun regiment bij het Albertkanaal in Lummen.  Er is daar hard gestreden met 38 gesneuvelden als gevolg. Ze logeerden daar bij burgers die een vergoeding kregen voor dat logement.

Zij trokken terug over Schaffen, Aarschot en Mechelen om uiteindelijk in Klein-Brabant aan te komen.  Een deel van het geschut stond in de Konijnenstraat te Puurs en de waarnemingspost was in de kerktoren van Wintam.  Ideaal voorJef om even bij de familie op bezoek te gaan.

Pikant detail: De staf van het regiment logeerden in het huis van brouwer Geniets op de Eikse Amer en hebben daar de wijnkelder leeggemaakt.  Bier was er te veel om het ook te kunnen op drinken.

Vanuit Puurs trokken ze over Temse brug naar Melsele en daarna naar Gent.  Enkele uren na hun doortocht werd de brug opgeblazen.

Van in Gent vuurden ze op de oprukkende Duitsers in Kwatrecht waar op 20,21,22 mei een zware strijd werd gestreden.  De waarnemingspost van de artillerie was in het belfort van Gent.  Een soldaat uit Bornem (Kerremans) is in Kwatrecht  gesneuveld en ligt op het ere kerkhof van Bornem begraven.

Het Belgisch leger moest zich verder terugtrekken en de 1e artillerie kwam uiteindelijk in West Rozebeke terecht.  Daar verbleven ze tot de overgave van ons leger en daar moesten ze ook hun wapens inleveren.

Te voet en in soldaten pak trok Jef naar in Wintam.  Op de Brusselse Steenweg in de omgeving van Gent werd Jef voor de tweede keer krijgsgevangen genomen en moest zijn verrekijker afgeven.

De krijgsgevangenen werden verzameld in de technische school te Aalst.  De volgende dag trokken ze richting Diest om er een stempel te halen.  Bij een rustpauze in Moorsel verstopte Jef zich in de graskant.  Hij vond het verdacht dat er geen einde kwam aan de voorbij trekkende gevangenen en zei tot zichzelf: Jef maakt dat ge hier weg zijt.  Hij voegde de daad bij het woord en als de bewakers even niet aandachtig waren koos Jef  het hazenpad.

Langs de Leirekensroute trok Jef naar de Petattenstraat in Londerzeel.  Bij familie deed hij burgerkleren aan en ging naar huis.  Hij wachtte nog enkele dagen en ging zich pas op 7 juni op het gemeentehuis melden.

Van dan was Jef met onbepaald verlof tot het einde van de oorlog.

Op 19 mei 1945 werd hij terug opgeroepen en kreeg een versnelde opleiding met een vijftigtal oud militairen om nieuwe werk rekruten een militaire opleiding te geven.  Hun eerste groep waren meestal Limburgers.

Na enkele maanden, op 8 september 1945 zwaaide Jef definitief af en werd terug de gewone burger-onderwijzer.

Oudstrijder.